2909
MONITEUR BELGE — 03.02.2001 — BELGISCH STAATSBLAD
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS
WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN
MINISTERE DE LA JUSTICE
F. 2001 — 298
[S − C − 2001/09035]
28 NOVEMBRE 2000. — Loi du 28 novembre 2000
relative à la criminalité informatique (1)
ALBERT II, Roi des Belges,
A tous, présents et à venir, Salut.
Les Chambres ont adopté et Nous sanctionnons ce qui suit :
MINISTERIE VAN JUSTITIE
N. 2001 — 298
[S − C − 2001/09035]
28 NOVEMBER 2000. — Wet van 28 november 2000
inzake informaticacriminaliteit (1)
ALBERT II, Koning der Belgen,
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
CHAPITRE Ier. — Disposition générale
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling
Article 1 . La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la
Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in
artikel 78 van de Grondwet.
CHAPITRE II. — Dispositions complétant le Code pénal
HOOFDSTUK II. — Bepalingen tot aanvulling van het Strafwetboek
Art. 2. L’intitulé du chapitre IV, titre III, livre II du Code pénal, est
remplacé par l’intitulé suivant :
Art. 2. Het opschrift van hoofdstuk IV, titel III, boek II van het
Strafwetboek wordt vervangen als volgt :
er
« Des faux commis en écritures, en informatique et dans les dépêches
télégraphiques. »
« Valsheid in geschriften, in informatica en in telegrammen. »
Art. 3. A l’article 193 du même Code, les mots « , en informatique »
sont insérés entre les mots « en écritures » et les mots « ou dans les
dépêches télégraphiques ».
Art. 3. In artikel 193 van hetzelfde Wetboek worden de woorden
« geschriften of in telegrammen » vervangen door de woorden « geschriften, in informatica of in telegrammen ».
Art. 4. Il est inséré dans le livre II, titre III, chapitre IV, du même
Code une section IIbis, rédigée comme suit :
Art. 4. In boek II, titel III, hoofdstuk IV van hetzelfde Wetboek wordt
een afdeling llbis ingevoegd, luidende :
« Section IIbis. — Faux en informatique
« Afdeling IIbis. — Valsheid in informatica
Art. 210bis. § 1er. Celui qui commet un faux, en introduisant dans un
système informatique, en modifiant ou effaçant des données, qui sont
stockées, traitées ou transmises par un système informatique, ou en
modifiant par tout moyen technologique l’utilisation possible des
données dans un système informatique, et par là modifie la portée
juridique de telles données, est puni d’un emprisonnement de six mois
à cinq ans et d’une amende de vingt-six francs à cent mille francs ou
d’une de ces peines seulement.
Art. 210bis. § 1. Hij die valsheid pleegt, door gegevens die worden
opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in te voeren in een informaticasysteem, te wijzigen, te
wissen of met enig ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, waardoor
de juridische draagwijdte van dergelijke gegevens verandert, wordt
gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met
geldboete van zesentwintig frank tot honderdduizend frank of met een
van die straffen alleen.
§ 2. Celui qui fait usage des données ainsi obtenues, tout en sachant
que celles-ci sont fausses, est puni comme s’il était l’auteur du faux.
§ 2. Hij die, terwijl hij weet dat aldus verkregen gegevens vals zijn,
hiervan gebruik maakt, wordt gestraft alsof hij de dader van de
valsheid was.
§ 3. La tentative de commettre l’infraction visée au § 1er et est punie
d’un emprisonnement de six mois à trois ans et d’une amende de
vingt-six francs à cinquante mille francs ou d’une de ces peines
seulement.
§ 3. Poging tot het plegen van het misdrijf, bedoeld in § 1, wordt
gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met
geldboete van zesentwintig frank tot vijftigduizend frank of met een
van die straffen alleen.
§ 4. Les peines prévues par les §§ 1er à 3 sont doublées si une
infraction à l’une de ces dispositions est commise dans les cinq ans qui
suivent le prononcé d’une condamnation pour une de ces infractions ou
pour une des infractions prévues aux articles 259bis, 314bis, 504quater
ou au titre IXbis. »
§ 4. De straffen bepaald in de §§ 1 tot 3 worden verdubbeld indien een
overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar
na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare
feiten of wegens een van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen 259bis, 314bis, 504quater of in titel IXbis. »
Art. 5. Il est inséré dans le livre II, titre IX, chapitre II du même Code
une section IIIbis, rédigée comme suit :
Art. 5. In boek II, titel IX, hoofdstuk II van hetzelfde Wetboek wordt
een afdeling IIIbis ingevoegd, luidende :
« Section IIIbis. — Fraude informatique
er
« Afdeling IIIbis. — Informaticabedrog
Art. 504quater. § 1 . Celui qui se procure, pour soi-même ou pour
autrui, un avantage patrimonial frauduleux en introduisant dans un
système informatique, en modifiant ou effaçant des données qui sont
stockées, traitées ou transmises par un système informatique, ou en
modifiant par tout moyen technologique l’utilisation possible des
données dans un système informatique, est puni d’un emprisonnement
de six mois à cinq ans et d’une amende de vingt-six francs à cent mille
francs ou d’une de ces peines seulement.
Art. 504quater. § 1. Hij die, voor zichzelf of voor een ander, een
bedrieglijk vermogensvoordeel verwerft, door gegevens die worden
opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een informaticasysteem, in een informaticasysteem in te voeren, te wijzigen, te
wissen of met enig ander technologisch middel de mogelijke aanwending van gegevens in een informaticasysteem te veranderen, wordt
gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot vijf jaar en met
geldboete van zesentwintig frank tot honderdduizend frank of met een
van die straffen alleen.
§ 2. La tentative de commettre l’infraction visée au § 1er et est punie
d’un emprisonnement de six mois à trois ans et d’une amende de
vingt-six francs à cinquante mille francs ou d’une de ces peines
seulement.
§ 2. Poging tot het plegen van het misdrijf bedoeld in § 1 wordt
gestraft met gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en met
geldboete van zesentwintig frank tot vijftigduizend frank, of met een
van die straffen alleen.
§ 3. Les peines prévues par les §§ 1er et 2 sont doublées si une
infraction a l’une de ces dispositions est commise dans les cinq ans qui
suivent le prononcé d’une condamnation pour une de ces infractions ou
pour une des infractions visées aux articles 210bis, 259bis, 314bis ou au
titre IXbis. »
§ 3. De straffen bepaald in de §§ 1 en 2 worden verdubbeld indien een
overtreding van een van die bepalingen wordt begaan binnen vijf jaar
na de uitspraak houdende veroordeling wegens een van die strafbare
feiten of wegens een van de strafbare feiten bedoeld in de artikelen
210bis, 259bis, 314bis of in titel IXbis. »